25 juli 2014

dag 3; 23-07; Sittard-Montfort; 25 km



routebeschrijving:
Vertrek. Loop door. Kom aan.

Vandaag ben ik vroeg vertrokken, heb vrolijk doorgelopen en ben goed aangekomen in een fantastisch bed en breakfast waar ook een maaltijd werd geserveerd, drie gangen! En er was een heerlijke douche met zo'n enorme douchekop. En ik kon kletsen met twee andere pieterpompers. We hadden het over mieren en termieten en bijen en hoe fascinerend die allemaal wel niet zijn, en over blaren natuurlijk, het favoriete onderwerp van pieterpraters.

Vandaag heb ik geen zin om te schrijven. Ik ben moe en voldaan en uitgepraat.

Vandaag vind ik het ook even een stom idee. Alsof ik ineens allerlei fantastische dingen ga bedenken als ik het pieterpad ga lopen. Natuurlijk niet, ik neem gewoon mijn eigen hoofd mee, en aan dat hoofd verandert niet ineens heel veel als je 25 km loopt op een dag. Dan maar een foto:



Vandaag is alweer de laatste dag voor nu. Over een paar weken ga ik nog een keer. En dan nog eens... En dan nog eens... Ik zit nog maar op 61 van de 492 kilometer.

Toch nog één fragmentje dan, maar alleen voor de Utrechters:
Tussen Sittard en Montfort lig een dorp, Echt. Ja Echt. Er is verder niet veel in echt, maar ik denk dat er wel familie van Mario woont. Er is namelijk een Echt café dat ‘El Knobo’ heet, waar je een broodje ‘El Knobo’ kunt bestellen. Dat is een broodje Mario, alleen dan op een stokbroodje en niet op een italiaanse bol. Misschien heet Mario wel El Knobo van achternaam? Kan iemand hem dat eens vragen?

dag 2, 22-07, Valkenburg - Sittard, 22 km



Ik kwam me tegen en ik zei: ‘Ik wil niet meer. Ik stop ermee.’
Ik zei: ‘Nee.’ 

Ik zei: ‘Ik ga hier zitten, je krijgt me niet meer mee.’ Ik zei: ‘Nee.’ 

Ik zei: ‘Wat een verschrikkelijk slecht idee. Ik kan wel duizend minder moeilijke manieren van vakantie bedenken.’ Ik zei: ‘Ik ook, oké!’

Ik zei: ‘Ik wil niet meer.’ Ik zei niets.
Ik zie mezelf vrolijk naar me zwaaien.


Fragmenten:
-  Er is een prachtig kasteel ergens halverwege de route, waar ik iets wil drinken en even pauze wil houden. Het is net over de helft. Maar aangezien ik in Valkenburg al verdwaald ben denk ik dat ik toch al zo’n 5 km extra heb afgelegd, dus ik loop al een tijdje te puffen waar dat verdomde kasteel nou blijft. Kasteel Schillen heet het. Bij kasteel Schillen is een ‘Gasterij’ of wel een plek waar je gasten kunt ontvangen, of wel een cafeetje. Maar voor Pieterprutsers vinden ze zichzelf hier volgens mij iets chique. Als ik mijn twee drinkflessen met water vul in de wc krijg ik commentaar van de man die de baas lijkt te zijn. ‘Zozo! Maak er maar een feestje van hoor! Vers water meegenomen... Toe maar!’ Ik lach wat maar kijk dan ongemakkelijk in zijn boze gezicht, hij meent het echt. Gelukkig is de serveerster wel aardig, want ik móet echt nog even blijven zitten.
- Er is een waterpunt langs de route met geneeskrachtig water. Je kunt zelf kiezen waarvan het je dan geneest. Er zijn drie opties: - dorst
                                                                  - platvoeten
                                                                  -  andere kwalen: stuipen, bedwateren, zadelpijn, schurft.
Ik kies voor de andere kwalen, vooral die schurft spreekt me erg aan. Zijn er eigenlijk echt mensen met schurft? Is dat een huidziekte die nog echt bij mensen voorkomt? Of is die in de middeleeuwen al uitgestorven? Ik durf niet te googelen, ik ben bang voor de vieze plaatjes.


gedachten:
- terwijl ik mijn schoenen uitdoe: ‘Ik had écht bedacht dat ik mijn schoenen niet uit zou doen totdat ik aangekomen zou zijn. Nouja..’
- ‘Ik kom zo veel mensen tegen die de andere kant op gaan, maar niemand die dezelfde kant als ik op gaat, hoe komt dat toch?’
- ‘Oké 34°en zon is erger.’
- ‘Als je met een appel in je eene en een pieterprat boekje in je andere hand over een smal paadje loopt waar je voorzichtig de brandnetels moet ontwijken, zie je niet veel van de omgeving.’
- ‘Een bloedneus onderweg, dat zou pas onhandig zijn.’ (Hij kwam wel, maar toen was ik gelukkig al op mijn slaapplek in Sittard.)
- ‘Waar moet ik straks over schrijven? Ik dénk helemaal niet!’

Dag 1; 21-07; Sint-Pietersberg - Valkenburg; 15 km



Pieterpad wordt pieterpoel. Ik ben aan het pieterpoedelen, gelukkig ben ik niet pieterpeuterig. Regen en onweer, wat verlang je op een warme zomerdag nog meer van de wereld? Op een gegeven moment ben je zo doorweekt bent dat je alleen nog nog maar kán genieten. Een soort dwangmatige overgave. Volgens mij verlangt elke vrouw dat trouwens ook van een man (of van een andere vrouw). Op zo’n moment van doorweektheid begin ik altijd in het lot te geloven. In de zin van: als er nu een bliksemschicht inslaat, dan is dat buiten mij om; iets buiten mij beslist over mij. Alsof ik één van die kiezels ben die door de waterstroom, die ooit het pieterpad was, mee wordt gesleurd. Maar als er zoiets als het lot is, is mijn lot dan het winnende of het verliezende? Of heb ik zo’n zielig hier-is-de-aankoopprijs-terug lot? Misschien heb ik wel zo eentje waarmee je een fiets wint, dat lijkt me wel wat: een fiets.

Fragmenten:
- Op het moment dat ik denk dat ik het ergste heb gehad (ik ben net een ware waterval gepasseerd op het ex-pad) kom ik een vrouw in professioneel uitziende regenkleding (zo’n knalgeel pak) en kaplaarzen tegen die met haar hond aan het wandelen is. ‘Met die schoenen ga je het niet redden hoor meisje.’ Ik kijk naar mijn toch hele goede en dure gore-tex wandelschoenen, die het tot nu toe nog aardig hebben gehouden. Ik geloof er niets van. ‘Ik moet toch echt die kant op!’ roep ik en loop door. Even later stroomt het water inderdaad over de rand van mijn schoenen heen. Voortaan luister ik naar de raad van wijze vrouwen in regenpakken.

Gedachten:
- ‘Zou ik vanaf daar een mooi uitzicht hebben?’ (loopt veelbelovend uitziende trap op) ... ‘Nee.’ (loopt weer terug) .
- ‘Ik ben toch zeker een piraat! Welke piraat is er nou bang voor water?’
-  ‘Is dit nou echt zo veel slechter dan 34° en zon?’
-  (ziet zichzelf in een raam, uitgedost in gele regenponcho met rugtas waar een roze regenhoes overheen zit) ‘Ik zie eruit als een kruising tussen een dwerg en een schildpad, best schattig.’
-  ‘Sorry mensen van Pension Spronck voor het gebruiken van twee wc-rollen in één nacht, ik probeer mijn schoenen droog te krijgen.’

 Foto van het beginpunt, of het eindpunt, het is maar hoe het loopt.

21 juli 2014

ik ga




Ik ga.
Kusje
Jij
Ik 
Ontvang
Speel 'm terug
met tong.
Jij
Raak jou tong aan
Met tong.


Wij.